Even voorstellen ...
Geboren in het ziekenhuis van Delft als één van twee, maar dan wel twee-eiig. Opgegroeid in Pijnacker en moeder van drie. Helemaal niet bekend als de vrouw van en dat wil ze graag zo houden. Met dit openhartige interview brengen we daar misschien onbedoeld verandering in. Mogen wij je voorstellen aan: Sylvia.
Sylvia groeide samen op met haar zus - ze waren bijna vanzelfsprekend twee handen op één buik, maar toch totaal verschillend - en met hun zes jaar oudere broer. Ze heeft fijne herinneringen aan die tijd. Vader was bedrijfsleider bij het GEB (Gemeentelijk Energiebedrijf) in Gouda en moeder was huisvrouw.
“Mijn moeder had een leuke baan als secretaresse van de burgemeester in Rotterdam. Maar in die tijd stopte je met werken zodra je moeder werd. Dat vond ze erg jammer, ze deed haar werk met heel veel plezier. Wel had ze haar handen vol aan mijn broer en ons als tweeling. Wij waren veel te vroeg geboren en eigenlijk niet levensvatbaar. Medici wisten toen veel minder dan nu. Toch zijn we er beiden goed uitgekomen en konden we in gezondheid opgroeien. Wat ik mij nog goed kan herinneren is dat mijn moeder overal met ons naartoe scheurde in een Fiat. Het was heel uitzonderlijk dat mijn moeder haar rijbewijs had gehaald en de beschikking over een auto had. Dit gaf haar wel een gevoel van vrijheid denk ik. Toen wij ouder waren, is ze niet meer gaan werken. Ze was wel actief als bestuurslid van de Vereniging van Huisvrouwen En stuurde tot op latere leeftijd nog handwerkclubjes aan. Dat deed ze voor de bejaarden, zei ze dan zelf. Terwijl ze die respectabele leeftijd zelf ook had bereikt.”
In 1992 werkte Sylvia als secretaresse van Nico Treure bij de NIVE. “We hadden het al snel erg gezellig samen. Collega’s riepen dan ook regelmatig dat wij echt eens met elkaar uit moesten. Dat wij vast een match waren. Dat gevoel hadden wij ook en spraken al regelmatig af, maar vertelden dat niemand. Het misschien wel bekende cliché van secretaresse en “baas” was ook voor ons van toepassing. Toch voelde dat helemaal niet zo. Wij waren gelijkwaardig aan elkaar en tijdens het werk hielden we het professioneel. Toen het na een paar maanden echt serieus bleek te zijn, heb ik mijn ontslag ingediend met de eerlijke opgaaf van reden dat wij een relatie hadden. De directeur was erg verbaasd en onze collega’s ook, want die hadden er inderdaad niets van gemerkt dat wij al een paar maanden een relatie hadden met elkaar”
Tijdens hun verkeringstijd was Sylvia’s vader al ziek, maar wist al snel dat dit de man voor zijn dochter moest zijn. “Mijn vader zei kort na de eerste kennismaking tegen mij: dit is een goeie vent! Het klikte ook goed tussen Nico en mijn vader. Hij las altijd veel en had een brede algemene kennis. Dat heeft Nico ook. Dus er waren genoeg avonden dat ik naar jazzballet ging en dat ik bij thuiskomst Nico nog aantrof op de bank, geanimeerd in gesprek met mijn vader. Ik ben blij dat hij Nico nog heeft leren kennen, ook al was het maar kort.”
Sylvia en Nico zijn in 1994 getrouwd. Bij de vraag of Nico haar ook echt heeft gevraagd, zie je haar ogen sprankelen en komt er een grote glimlach op haar gezicht. “Jazeker, ik ben officieel gevraagd. Ik zag het niet aankomen, maar hoopte er wel vurig op. Wij waren in een Italiaans restaurant en hij ging nog net niet op zijn knieën, maar vroeg mij wel officieel. Nico had een mooi doosje met een zeepje erin als cadeautje. Waarom de zeep kan ik mij niet meer precies herinneren. Dat moet je misschien aan Nico vragen, maar het zeepje heb ik nog steeds in mijn la. Een jaar later zijn wij getrouwd.”
Sylvia en Nico wilden graag een gezin stichten. Na een miskraam duurde het een paar jaar voor Sylvia opnieuw zwanger werd van zoon Michiel. “Michiel is geboren met het syndroom van Down. Je moet je voorstellen dat het in die tijd enkele weken en verschillende onderzoeken verder duurde voordat de artsen tot deze conclusie kwamen. Hij keek zo pienter uit zijn ogen! En in mijn ogen had Michiel helemaal geen kenmerken van een jongetje met het Downsyndroom. Af en toe dacht ik het wel te zien als hij huilde. Toen de onderzoeken definitief uitwezen dat onze zoon het syndroom van Down had, moest ik wel even schakelen.
Al snel kreeg ik het gevoel dat het fijn zou zijn wanneer Michiel met broertjes of zusjes kon optrekken. Tien maanden na de geboorte van Michiel mochten wij dan ook Loeck verwelkomen in ons gezin. Twee jaar later gevolgd door een prachtige dochter, Kirsten.”
Het gezinsgeluk leek compleet totdat Michiel op 4-jarige leeftijd ernstig ziek werd. Het vermoeden was een hersenvliesontsteking. Hierdoor is Michiel geestelijk zwaar gehandicapt geraakt en kan nauwelijks communiceren. “Dit doet uiteraard wat met jezelf en met ons als jong gezin. In de loop der jaren hebben we hier een modus in gevonden. Dat klinkt aan de ene kant makkelijker dan het is, maar aan de andere kant gaan we er ook gewoon mee om zoals het komt. Dit lukt nog steeds goed.
Loeck en Kirsten wisten tijdens het opgroeien niet beter dan dat Michiel extra zorg nodig had. Hier hebben ze altijd begrip voor gehad en dragen nog steeds hun steentje bij. Voor ons heel gewoon, maar toch ook weer heel bijzonder.
Michiel is wel echt een vaderskindje. Die twee zijn onafscheidelijk. Hoe Nico met hem omgaat, hem aanvoelt en overal met hem op pad gaat, blijf ik bewonderenswaardig vinden. Michiel doet Nico veel na in bepaalde houdingen, zijn vader is zijn grote voorbeeld. Natuurlijk roept hij ook regelmatig mama, maar die twee hebben echt een bijzondere band.
Wij hebben drie fantastische kinderen, waar we beiden trots op zijn. Een van de mooie eigenschappen van Nico vind ik dat hij heel veel voor zijn kinderen overheeft, zij zijn echt zijn alles. En ook zijn onvoorwaardelijke liefde en steun voor mij, ook in moeilijke perioden.”
Op bezoek bij de echte Kerstman tijdens kerst 2017
Sylvia stopte met werken na de geboorte van Michiel. Toen er in 2001 een vacature vrijkwam bij Ford Wensveen als receptiemedewerker ging het wel weer. “Wel een beetje spannend om aan de slag te gaan, want je wil niet dat je collega’s je zien en behandelen als de vrouw van. Ik denk niet dat dit zo is. Tenminste zo voel ik het niet. Ik zit er als collega en niet als “de directeursvrouw”. Ik werk twee dagen bij de receptie en neem mijn werk ook niet mee naar huis. We vertrekken in de ochtend niet samen naar ons werk, want Nico begint later. Zo kan hij Michiel begeleiden naar zijn werk. Valt er iets voor in mijn werkzaamheden of ik zie iets wat misschien anders kan, dan neem ik dit op met mijn collega’s en praat ik daar niet met Nico over. Volgens mij is het alleen zo mogelijk om een goede sfeer te houden en dat mijn collega’s mij ook als een volwaardige collega zien. Klanten weten vaak niet dat ik de vrouw van Nico ben. Ik heet ‘Treure’ en nog steeds denken veel mensen dat de achternaam van Nico ‘Wensveen’ is. Ford Wensveen voelt ook niet persé als ons bedrijf. Meer het bedrijf van Nico waar ik een radertje in het geheel ben. Net zoals mijn collega’s. Alle radertjes zijn nodig om een bedrijf te laten draaien zoals het draait. Natuurlijk steun ik Nico als mijn man, die ook ondernemer is en delen we bedrijfszaken aan de keukentafel. Zoals bijvoorbeeld de verbouwing op de vestiging van Hendrik-Ido-Ambacht. Dan kijk en denk ik mee. En wanneer er iets te vieren is. Dan pakken we graag wat grootser uit. Dat zijn leuke dingen.”
Twee dagen werken is een bewuste keuze van Sylvia. Buiten de zorg van het gezin is Sylvia zes jaar geleden ernstig ziek geweest. Bij de vraag of dit een onderwerp is wat ze in dit toch al openhartige interview kwijt wil, zegt ze direct ja. “Ik schaam mij nergens voor. Dit onderwerp is erg onderbelicht en wordt in het algemeen te vaak in een verdomhoekje gezet. Zes jaar geleden kreeg ik een acute menopauze. In combinatie met mijn schildklierziekte maakte dit, dat ik de grip op mijn leven kwijtraakte. Mijn hormoonhuishouding was zo van slag dat ik aan slapeloosheid leed, terwijl ik uitgeput was. Hierdoor raakte ik zo diep in een depressie dat ik opgenomen moest worden. Het heeft (te lang) geduurd voordat medici een goede diagnose stelden. Dat deze depressie niet geestelijk was, maar het gevolg van lichamelijk falen wat mijn brein aantastte. Ik ben een half jaar opgenomen geweest en heb daarna nog een half jaar thuis herstelt. De behandeling was zo heftig, dat wens ik niemand toe. Behalve mijn man waren ook mijn moeder en zus heel belangrijk. Mijn tweelingzus heeft ervoor gezorgd dat ik uiteindelijk de juiste behandeling kreeg, zij zag als geen ander dat het steeds slechter met mij ging.
Door deze behandeling in combinatie met medicatie - die ik inmiddels heb vervangen door natuurlijke hormonen - ben ik er weer bovenop gekomen. Het is heel zwaar voor mijn gezin geweest en het maakt mij nog steeds heel verdrietig als ik daaraan terugdenk.”
Sylvia voelde het al zo, maar deze donkere periode heeft haar nog meer doen voelen dat Alblasserdam echt hun thuisbasis is. Toen Sylvia in Alblasserdam kwam wonen vond ze het wel lastig, omdat ze erg verknocht was aan haar Pijnacker. Nu wil ze nooit meer terug. Haar leven is hier opgebouwd. Met haar gezin, vriendinnen, de Alblasserwaard die prachtig is, waar je heerlijk kan recreëren. Ze wandelt graag met Gimli, de Australian Labradoodle die vier jaar geleden toegevoegd is aan het gezin. “De naam hebben de kinderen verzonnen, maar de hond was echt een wens van mij. Je gaat sneller naar buiten met een hond en de gezelligheid die je ervan hebt, is echt genieten.”
Het interview is heel openhartig en persoonlijk geworden. Haar rol binnen Ford Wensveen is hierbij misschien wel een beetje onderbelicht geraakt. Daarom toch nog even de slotvraag wat ze als medewerker van Ford Wensveen vindt. Sylvia heeft daar wel direct een antwoord op. “Wij zijn erop gericht om het iedereen naar de zin te maken, zowel voor klanten als voor collega’s onderling. De werksfeer moet voor iedereen goed voelen. Veiligheid en gezondheid staan hier hoog in het vaandel. Het is een prachtig mooi bedrijf waar veel collega’s jarenlang met veel plezier werken, veelal tot hun pensioen aan toe. In mijn functie bij de receptie ben ik voor klanten vaak ook een sociaal luisterend oor. Ik vind het plezierig om klanten ook hierin te ondersteunen. De eerlijkheid gebied mij wel te zeggen dat ik, mede hierdoor, wel snel afgeleid kan zijn. Mijn vader zei altijd al dat ik net Jan-kijk-in-de-lucht ben. Ik ben soms te dromerig en afgeleid om sommige precisiewerkzaamheden uit te voeren. Dan sluit ik toch nog af als “de vrouw van” door te zeggen dat ik echt trots ben op Nico hoe hij samen met alle collega’s in deze bijzondere tijd en met steeds meer concurrentie nog steeds een heel mooi bedrijf weet neer te zetten. Waar iedereen met plezier werkt en klanten nog steeds zo persoonlijk geholpen worden.”